Bijdrage Schriftelijke commissie

politiek in tijden van corona.jpgdinsdag 14 april 2020 14:39

Politiek in tijden van Corona.
Ook al leven we in een tijd van Corona crisis, op gemeentelijk niveau gaan bestuurlijke zaken en de politiek ook gewoon door. Hier leest u de bijdrage van de lokale ChristenUnie-fractie aan de lokale, bestuurlijke en politieke onderwerpen van dit moment:

Bijdrage commissie 1 

Rondvragen

1. Op 3 april kwam het bericht dat het Hulpmiddelencentrum failliet is verklaard (zie ook: https://www.omroepflevoland.nl/nieuws/179924/hulpmiddelencentrum-failliet-verklaard?fbclid=IwAR2CJLvAjfn5LzlE3B26Zu7Et0SnUvffEiSDdMs_rfZC2BCFxq7074UgMDI) Kan de wethouder ons de actuele stand van zaken geven? Zijn de inwoners die hier direct door worden geraakt al geïnformeerd? En is de voortzetting van levering van kwalitatieve hulpmiddelen verzekerd? Hoe gaat het met de hulpmiddelen die nu door inwoners worden gebruikt. Worden deze overgenomen door Welzorg of moeten deze weer ingeruild worden?

2. Heeft de gemeente goed in beeld waar de coronacrisis burgers en bedrijven het hardste treft?

3. Heeft de gemeente, i.s.m. de leerplichtambtenaar en het lokale onderwijs, zicht op kinderen in kwetsbare situaties?

4. Verenigingen en organisaties die ruimte huren van de gemeente worden gecompenseerd i.v.m. corona. Zijn er voorwaarden aan deze steun verbonden bijvoorbeeld dat verenigingen dit (gedeeltelijk) verrekenen met hun leden door de contributie te verminderen? Op die manier komt de steun ook bij de burgers terecht.

5. Zijn de effecten al bekend die deze crisis op ons gemeentelijk zwembad hebben? Niet alleen de inkomsten stagneren nu, zwembadpersoneel kan hun werk niet meer doen. Worden de medewerkers op andere manieren in de ambtelijke organisatie ingezet? Zo nee: wordt er desnoods gebruik gemaakt van het Noodfonds Overbrugging Werkgelegenheid?

6. Is het college bekend met de zorgladder mantelzorg van het VNG en wordt hier op Urk al mee gewerkt? Hebben we in beeld of er voldoende ondersteuning is en weten mensen de weg te vinden als er wel extra hulp nodig is?

5.a Wijziging APV 2018

Geen opmerkingen. Akkoord

 5.b Nota grondbeleid 2020-2024

  • Wat is of wordt de status van dit grondbeleid in relatie met de nieuwe Omgevingswet / omgevingsvisie? De omgevingswet staat op de planning binnen het tijdsbestek van deze nota.
  • Positief: van actief grondbeleid naar situationeel actief gericht grondbeleid.
  • Een wat meer algemene vraag: in het grondbeleid wordt redelijk positief gesproken over een PPS (Publiek Private Samenwerking): “Een passende samenwerkingsvorm, met een goede verdeling van taken, risico’s, verantwoordelijkheden en bevoegdheden kan, door de wisselwerking van publiek en privaat, bijdragen aan een kwalitatief beter resultaat (ook op de lange termijn), een beter risicomanagement en hiermee lagere kosten en een efficiëntere uitvoering.” (blz. 11) Bij andere beleidsterreinen (energietransitie bijv.) gaf dit college juist huiver aan wat betreft een PPS. Kunnen we hieruit afleiden dat die huiver wat is weggezakt?
  • Wat betreft het “Bouwclaimmodel”: dit lijkt ons niet de meest wenselijke vorm. Is het college het daarmee eens? En gaan we die zoveel mogelijk waar kan voorkomen?
  • Wat is het standpunt bij particuliere initiatieven waarmee een anterieure overeenkomst wordt gesloten? In die overeenkomst wordt gesproken over bijv. groen en recreatie. Is er een minimum bebouwingspercentage bijvoorbeeld dat de gemeenteraad vast kan stellen? Of heeft het college hierin vrijheid zelf te bepalen per overeenkomst?

5.c Evaluatie welstandsvrij bouwen en toekomstig beleid.

  • In het raadsvoorstel staat: “Na de behandeling van de evaluatie in de Raad kan een werkgroep ondersteund door de nieuwe Welstandscommissie nieuw beleid formuleren”. Is dit een ambtelijke werkgroep of een raadswerkgroep?
  • Wat wordt er exact bedoeld met “de aangegeven richting” waarmee ingestemd moet worden? Kan dit gedefinieerd worden?

5.d Concept-RES Flevoland

  • De opgave waar we voor staan bevat drie elementen: allereerst het besparen van energie, opwek van hernieuwbare energie en aardgasloos voor alle woonwijken in het kader van de warmtetransitie. Wanneer Urk overgaat tot een collectief warmtenet en ook nog gebruik maakt van de restwarmte van de bedrijven, voldoet Urk al aan die elementen. Zie verder daarvoor onze bijdrage aan punt 5.e. Is het college het eens met die constatering?
  • Flevoland produceert in 2030 minimaal 13,5% van de landelijke opgave van 35 TWh. De regio levert daarmee een bovengemiddelde bijdrage aan de uitvoering van het Klimaatakkoord. Blijft dit op het conto van Flevoland staan, of worden straks alle RES bijdragen van Nederland op 1 grote hoop gegooid en verliezen wij zo ons voordeel? Gaan de stakeholders van de RES Flevoland en in het bijzonder het college van Urk, zich hiervoor inzetten?
  • De regio vindt draagvlak en participatiemogelijkheden absolute voorwaarden voor het uitvoeren van de energietransitie. Wordt dit draagvlak ook gemeten? (bijvoorbeeld als het gaat om windmolens in of aan het water).
  • In de commissie gaf u aan dat “‘we’ heel erg tegen windmolens kunnen zijn, maar als ze bij de Maximacentrale in Lelystad worden neergezet dat gebeurt dat.”. In de startnotitie wordt gesproken over financiële kansen voor de regio. Hoe ziet u dat voor Urk? In hoeverre wegen de voordelen dan op tegen de nadelen? Als Urk participeert telt dit dan ook mee in de reductie van CO2 uitstoot voor Urk? Als ze er toch komen, hoe staat het college dan tegenover participeren? 
  • In de RES is sprake van een energieverkenning IJsselmeer. Houdt het college de vinger aan de pols wat betreft de consequenties voor Urk? De Lobby van de windmolens en zonneparken is vele malen groter dan die van de IJsselmeervisserij, al maakt u zich daar hard voor. Wij zijn benieuwd of er meer lobby organen actief zijn voor de visserij. Ondernemen de vissers zelf ook actie? Dat lijkt ons vrij lastig als je aan het werk bent op het water. Zijn ze op de hoogte van alle ontwikkelingen? We vinden het belangrijk dat we in ieder geval zoveel mogelijk doen wat we kunnen om te voorkomen dat het IJsselmeer een veredelde energiecentrale wordt. 
  • In hoeverre is er samenwerking met andere regio’s? Voornamelijk onze buurregio’s? Aansluitende gebieden zullen toch ook enigszins moeten samenwerken? 
  • Duurzaam en realistisch is de kern voor de ChristenUnie. Daarbij is van belang dat:
    • het haalbaar is voor iedereen,
    • er financiële arrangementen zijn voor alle groepen
    • samen met alle partijen / stakeholders, alle partijen doen mee en krijgen de ruimte
    • duidelijke communicatie, inwoners met een hulpvraag worden begeleid
    • energiebesparing en energiereductie zijn minstens zo belangrijk als energietransitie

Kan het college zich vinden in deze uitgangspunten?

5.e Afwegingskader omgevingswarmte Urk.

  • In het afwegingskader is vooral aandacht gegeven aan de betaalbaarheid/gebruikerskosten en met een lagere prioriteit duurzaamheid lokale kansen/restwarmte en met een nog lagere prioriteit duurzaamheid extra eisen en keuzevrijheid. De ChristenUnie is echter van mening dat duurzaamheid lokale kansen / restwarmte en de extra eisen (zoals koeling incl.) wel van groot belang zijn.
  • Opmerking Greenvis: “In de CO2-emissies is niet meegenomen dat er bij gebruik van restwarmte een besparing in elektriciteitsverbruik op het industrieterrein optreedt door verhoogde efficiëntie van de koelmachines. Een indicatieve berekening van Greenvis geeft aan dat het om circa 500 tot 700 kg CO2-emissie per jaar per woning gaat (dit verschil is enkel voor de nieuwbouw, bij het aansluiten van bestaande bouw zal de CO2-reductie aanzienlijk groter zijn). Dit effect van de reductie in CO2-emissies is een belangrijk aspect in het behalen van duurzaamheidsdoelstellingen.” (blz. 2) Deze opmerking onderschrijft het eerdere genoemde: lokale kansen zijn van groot belang. Urk heeft hiermee een grote troef in handen als het gaat om duurzaamheid, de stikstofproblematiek en eventueel het lokale bod in de RES. Is het college dit met ons eens?
  • Uit de aanbevelingen Greenvis: “… (standpunt gemeente Urk is dat de CO2-reductie aan de zijde van bedrijven vooral een voordeel is voor de bedrijven zelf qua verduurzaming en lagere heffingen en dit effect daarom buiten de vergelijking wordt gehouden).” (Blz.4) Klopt dit? Is het college niet van mening dat CO2-reductie juist ook een voordeel voor de gemeente is op het gebied van duurzaamheid maar vooral ook stikstof? (Zie ook vorige vraag).
  • Aanbeveling Greenvis: “Het verkennen van welke rol de gemeente kan innemen zodat regie houdt over de ontwikkelingen in de ondergrond. Dit kan bijvoorbeeld door deel te nemen in een warmtebedrijf, of door samenwerking te zoeken met een netbeheerder, of door alternatieve opties te verkennen.” (blz. 4) Hoe staat de gemeente tegenover deze aanbeveling, ook in het licht van onze eerdere vraag over een PPS (zie agendapunt 5b)?
  • Is het college op de hoogte van het feit dat het Urker initiatief voor restwarmte geen warmtenet is, maar een bronnet waarbij energie (warmte en koude) circulair uitgewisseld wordt?  Hierdoor is het geen energiebedrijf en is participeren in een PPS voordeliger. Deelt het college die conclusie?
  • Algemeen: als raad is het beeld van “energie uit restwarmte van visbedrijven” beperkt. Graag hadden wij gezien dat de initiatiefnemers en bedenkers van dit project de gemeenteraad (vrijblijvend en puur informatief!) hadden voorgelicht wat het plan inhoudt op alle vlakken (financieel / organisatorisch / fysieke omgeving / beheer / planning, enz.) Ook omdat grote partijen als Engie en Amfius (onderdeel van TAUW) zich inmiddels hebben gevoegd bij het plan. Ziet het college hier ook de meerwaarde in? En in hoeverre is deze materie een ‘acute zaak’? Zijn er nog mogelijkheden?
  • Raadsvoorstel pagina 2: “Naast de wettelijke eisen bieden met name collectieve systemen mogelijkheden om extra milieuprestaties te realiseren als gevolg van bijvoorbeeld het gebruik van lokale(rest)warmte. Dit kan een bijdrage leveren aan het RES-bod van Urk en biedt mogelijkheden voor lokale partijen.” Dit vinden wij, naast de kosten, een zwaarwegend uitgangspunt! Temeer daar die extra milieuprestaties in de toekomst juist voordelig zullen zijn voor de gemeente Urk. Een tijdelijke overbrugging d.m.v. een gascentrale in de wijk zijn wij dan ook zeer op tegen. Hoe staat het college daarin?
  • Keuzevrijheid: in het voorstel wordt gemeld dat er bij een collectief warmtenet geen keuzevrijheid is. Graag maken wij daar de kanttekening bij dat er in het Urker initiatief wèl beperkte keuzevrijheid is. Immers: de bewoner is vrij in het kiezen van de energieleverancier (stroom) voor het opwaarderen van de geleverde warmte. Ook kan de bewoner die kosten nog verder drukken door zonnepanelen.

Bijdrage commissie 2

5.a Tarieven sociaal domein 2020.

  • In het raadsvoorstel staat: ‘Ook daarin zullen de tarieven een belangrijk onderdeel vormen, omdat zorgaanbieders al langere tijd niet tevreden zijn over de huidige tarieven.’ Wat is de reden waarom zorgaanbieders al langere tijd niet tevreden zijn over de huidige tarieven? Is dat alleen in onze gemeente, of ook in de gemeente NOP (omdat er gesproken wordt over een gezamenlijke tarievenstijging)? Komt u in samenspraak met deze zorgaanbieders met een nieuw voorstel hierover? Zo ja; op welke termijn moeten we dan denken?

Hoogachtend,

Fractie ChristenUnie Urk

« Terug

Reacties op 'Bijdrage Schriftelijke commissie'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.